Zwakke enkeltjes

Gepubliceerd op 5 augustus 2020 om 22:06

In de boekjes staat dat de eerste etappe van de Hermannsweg een lekkere inkomer is. Dwars door het Emsland. Zo vlak als een strijkijzer. En dat klopt. Tot Bevergern was het daarom ook niet heel erg spannend. 

Tenminste.

Bij een wedstrijd voor het mooiste dorp werd een bruggetje gerestaureerd. En prompt won het dorp een gouden medaille bij de verkiezingen voor het mooiste dorp. In de Leporellokaart die ik gebruik, wordt dan ook gesproken van een goldenes Dorf. Ik voel aan mijn water dat hier Midsummer Murders potentieel zit.

Vanaf het Nasses Dreieck werd het klimmen en bij de eerste afdaling knikte ik al door mijn enkel. Au. Bovenvoet, scheenbeen, en knie voelden wat week. Gelukkig kraakte het niet. 

Na een paar kilometer doorlopen voelde de enkel weer als vanouds; gebrekkig maar voldoende. Maar zoiets doet wat met je hoofd. Tenminste bij mij. Ik loop dan niet meer vrij van alle zorgen. Ergens achter in het hoofd blijf je er mee bezig. Een jammergebeuren naar de gebruiker toe. 

De rest van de dag gevrijwaard van lichamelijk ongemak of het moesten de liters zweet zijn die me achtervolgden op de Hermannsweg. De man die sneller zweet dan zijn schaduw. 

Een mooie punt un deze etappe waren de Dörenther Klippen. Vooral de Almstube was populair. Ik kon de mannen uit het Oostelijk deel van ons land nauwelijks bijhouden. Maar even serieus echt mooi.

Ik heb overnacht op een scheef stukje grasland bij camping Am Knoblauchsberg. Een Nederlandse enclave in het Teutoburgerwald.

Op het trekkersveld ook een dame die wandelde. Echter zij had last van blaren. Met een hoofdletter B. Weer dat weëe gevoel. Weer een extra zorg voor morgen. Maar heel erg voor haar. Het was nog maar te bezien of ze verder kon. 

De afstand van vandaag was op de kop af 40 kilometer; Rheine - Tecklenburg. In het Teutoburgerwoud. 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.